door Jan D. Swart
De kernvraag van raadslid Hoogwerf was of burgemeester Aboutaleb bereid was om ervoor te zorgen dat Rotterdam voor eens en voor altijd gevrijwaard blijft van terrorist Samir A. zodra hij weer op vrije voeten is?
Zijn rechtstatelijk antwoord was nee, want Samir A. heeft Rotterdam als woonplaats, ‘’en als hij gevaarlijk is, dan is hij ook gevaarlijk in Maastricht. Dus doorschuiven zou van mijn kant niet getuigen van behoorlijk bestuur.’’
Hoogwerf, powervrouw van Leefbaar, stelde de vraag naar aanleiding van de documentaire Staatsvijand Nr. 1, waarin Samir A. toegeeft van plan te zijn geweest om in Nederland een terreuraanslag te plegen. Dat het niet doorging was een geluk voor de slachtoffers die niet vielen: hij had een gebrek aan middelen.
De leider van de Hofstadgroep, die gelinkt was aan de moordenaar van Theo van Gogh, kwam in 2013 vrij en vestigde zich in Rotterdam. Maar inmiddels is die vrijheid hem weer ontnomen. Dit keer voor het financieren van jihadvrouwen in Syrische detentiekampen. ‘’Zijn bekentenis is het zoveelste bewijs dat A., die nota bene tijdens zijn gevangenschap in De Schie opnieuw gepoogd zou hebben een aanslag op poten te zetten maar daar niet voor vervolgd werd, nooit ook maar één millimeter ‘gederadicaliseerd’ is.’’ Dixit Tanya Hoogwerf.
Ze had donderdagmorgen nog een andere prangende vraag: wat deed Samir A. eigenlijk precies na zijn vrijlating in 2013? Daar kon Aboutaleb niet op antwoorden. Lag allemaal erg AIVD-gevoelig. Maar volgens Hoogwerf had die dienst hem juist ‘’zijn goddelijke gang laten gaan.’’
Resultaat: Samir A. had zelfs een keer in de Middenweg Moskee in Rotterdam het gebed mogen leiden. Waarmee het bestuur van het Centrum Middenweg ''z'n giftige gedachtengoed had gevalideerd.''
En laat nou juist in het raadsdebat volkomen in het verkeerde keelgat schieten bij Nida-raadslid Ercan Büyükçifçi. Met als gevolg dat uiteindelijk CDA-raadslid Eskens er digitaal aan te pas komen om aan Büyükçifçi te vragen of hij Samir A. zelf ook als een gevaar zag voor de samenleving? ‘’Ja’’, antwoordde hij.
Even was het stil op het scherm. Want iedereen dacht: er komt vast een langer antwoord. Maar het bleef stil, want verder wilde het Nida-raadslid geen woord over Samir A. vuil maken. Wel over zijn collega Hoogwerf.